IN DE OMGEVINGBouvignes, middeleeuwse stad aan de Maas... Oude huizen, een rijk patrimonium, ambachten met traditie en de fameuze koperslagers.

A L'EXT?RIEUR



Bouvignes 

Bouvignes ligt waar de Laval en de Maas samenvloeien. De stad ontwikkelt zich aan de voet van de kerk en van het 12de eeuwse graven kasteel.

De nieuwe stad krijgt een ladder patroon. Vanaf de 13de eeuw wordt de stad omringd door een muur gebouwd uit kalksteen. Door haar ligging aan de grens van het graafschap van Namur is Bouvignes als een poort op de Maas net voor Dinant, dat toen bij Luik en Frankrijk hoorde. In 1213, krijgt ze dezelfde stadsrechten als Namur.

In de 16de eeuw wordt de stad naar het noorden uitgebreid. Het werk van de koperslagers maakt de stad rijk. In 1554 wordt de stad verwoest door het leger van Hendrik II. De stadsmuren zijn gedeeltelijk gebroken. Gerestaureerd met hulp van Karel de Grote en vooral Filip II, die de kunst van het koperslagen proberen te promoten, worden ze na 1672 uiteindelijk afgebroken.

 



Crèvecoeur 

De oorspronkelijke toren van Crèvecœur, gebouwd rond 1320, versterkt het verdedigingssysteem van de stad en van het kasteel. Rond het midden van de 14de   eeuw wordt er een "boulevard" aan toegevoegd om de verdediging aan de westkant te versterken. Rond 1430 word er een hoefijzervormige toren bijgebouwd aan de kant van de Maas. Ten slotte worden de schietopeningen aangepast aan de snelle evolutie van vuurwapens.

Crèvecœur wordt gedeeltelijk verwoest door Henri II tijdens de belegering van 1554. Ondanks enkele herstellingen wordt het fort in 1672 definitief afgebroken.

In de 19de eeuw hebben verschillende restauraties de site zo verandert dat het moeilijk werd om haar geschiedenis te begrijpen.

In 2012 voerde de Service public de Wallonie (Département du Patrimoine), eigenaar van de site sinds 2003, restauratie- en verbeteringswerken uit met drie doelstellingen: bezoekers veiligstellen, wat overblijft versterken en het monument gemakkelijker leesbaar maken.

De legende van de Dames van Crèvecœur verteld dat de stad Bouvignes tijdens de plundering van Henri II in vuur en vlam staat en vele burgers vermoord worden. Drie van de beste ridders, hun echtgenotes en hun naaste wachters zoeken toevlucht binnen de muren van Crèvecœur. Het vechten gaat door. De dames helpen hun echtgenoten door gewonden te verzorgen. Onder de kracht van de aanvallen begeven de muren en valt het Franse leger de binnen. De edelen en dappere ridders vallen onder de slagen van de aanvallers. De drie dames hebben geen andere keus dan zich met enkele gewonden in de hoogste toren van het kasteel op de sluiten. Als ze de troepen zien naderen klimmen ze op de vestingmuren waar ze bidden. Ze sterven liever dan gevangen genomen te worden en de drie dappere vrouwen springen samen van de top van de toren de leegte in.

Zoals de legende zegt:
Sinds deze waardige dood
Die al onze harten breekt,
Werd het oude kasteel van Bouvignes Crèvecœur genoemd.



Poilvache

Een twee eeuwen lange geschiedenis, gekenmerkt door politieke veranderingen.

Het fort, in een enclave tussen de grondgebieden van Namen en Luik werd in het eerste derde deel van de 13de eeuw gebouwd. Aanvankelijk heette het "Méraude" en viel onder het graafschap Luxemburg. Vanaf 1342 viel het onder het graafschap Namen en in 1421 werd het opgenomen in de Bourgondische Nederlanden. De prins-bisschop van Luik, die de aanwezigheid in zijn land van de machtige hertog van Bourgondië niet met goede ogen ziet, belegert en verwoest het bolwerk in de zomer van 1430.

De site, gebouwd op een rots die de Maas-vallei controleert, is uitzonderlijk groot. Het gebied van 2,5 hectare is beschermd door vestingen en volgens middeleeuwse bronnen was er enerzijds het’kasteel’ en anderzijds de’stad’ (een stadje). Het is geen prinselijke woning, maar een bewaakpost op de oever van de Maas. Het heeft een militaire functie en het wordt vooral bewoond door ridders die van een "leenwacht" genieten. In ruil voor hun aanwezigheid in Poilvache, schenkt de graaf hen land, rechten, inkomst en aan sommigen zelfs een huis in de vestiging.

Meer informatie is ter beschikking in de digitale tentoonstelling: "Quoi de neuf à Poilvache?" ("Wat is nieuw in Poilvache?") of in de begeleidende publicatie:  "Les cahiers de la MPMM n° 12".



Kalkstenen graslanden

De steile helling aan de andere kant van de Maas recht over Bouvignes is bedekt met heidevelden of "kalkstenen graslanden". Deze getuigen van vroegere menselijke activiteiten. Vanaf de middeleeuwen kwamen de herders er om hun kuddes schapen en geiten te laten grazen. Het verorberen van grassen, kiemen en scheuten, verhinderde de regeneratie van het bos en bevorderde de korte grasvelden.

De vele stenen en de helling zorgen voor een snelle afvoer van afstromend water. De hellingen genieten ook van maximale zonneschijn door hun zuid – zuidwestelijke ligging. Omdat het gras ondiep is, hoopt de kalksteen overdag zonne-energie op. Die wordt dan’s nachts weer afgegeven. Dit leidt tot een bijzondere flora en fauna, dat een beetje aan het mediterrane garrigue doet denken. Er groeit onder meer bolgewas, wilde tijm, knoflook met ronde kop, wilde orchidee, kleine pimpernel, buxus, jeneverbes ...

Er zijn ook veel opmerkelijke dieren, waarvan interessante vlinders: bleke blauwtjes, dwergblauwtjes, dambordjes, koninginnenpages, grote parelmoervlinders. De kalkstenen graslanden zitten ook vol sprinkhanen en krekels.… Dankzij de verdwijning van het traditionele grazen, wordt het land nu herbebost. Verschillende verenigingen natuuronderzoekers, waaronder de Réserves naturelles (R.N.O.B.), hebben als doel dit uitzonderlijke stukje natuur te beschermen.